De dood van Willy

(A) De hoofdfilm gaat over de verhouding tussen Abraham en Jet.  Rond 1930 gaan Jet en Hermann Ehrlich uit elkaar haar en trekt zij in bij haar moeder aan de Rochussenstraat. Ze hoopt dat Abraham ook die stap neemt, maar dat doet hij niet. Abraham is daarvoor te sterk verbonden met Manja, mede door hun verdriet om de vroege dood van hun twee kinderen.  En ook door hun zorg voor hun enige zoon Willy. Willy gaat de ook de film business ingaat. Hij werkt een paar jaar in de filmindustrie in de Verenigde Staten en als hij terug komt produceert hij enkele Nederlandse films, waaronder Het Meisje met de Blauwe Hoed.

 

(I) En Abraham blijft doorgaan met het bouwen en verbouwen van bioscopen. In de jaren dertig, dus midden in de crisis bouwt hij het Passage theater in Schiedam. Ook dit is een groot prachtig theater. En dan neemt hij de stap naar Den Haag. Daar wil hij nummer negen te bouwen. Maar voor de eerste keer gaat het mis. Hij koopt te dure grond, het project stagneert en het concern komt in geldproblemen.

Om een faillissement te voorkomen wordt het familiebedrijf in 1935 omgezet in een BV Tusbem. De drie zwagers blijven wel in functie, maar raken veel bevoegdheden kwijt. De ontwikkeling van de bioscoop in Den Haag wordt stopgezet en het hele bedrijf wordt versoberd. En zo begint de weg omlaag, de vrije val.

 

(A) En een nieuwe slag komt eraan, want eind 1938 wordt bij zoon Willy keelkanker geconstateerd. Hij krijgt de beste verzorging die er is, maar het mag niet baten. Ruim een jaar na de diagnose sterft hij op 6 augustus 1939. Willy wordt onder grote belangstelling begraven in Rotterdam. Zijn graf is op de Joodse begraafplaats aan het Toepad in Kralingen.

(Lied: Ruhe Plats, met filmbeelden op de achtergrond)

Het bombardement en onteigening

(I) Het loopt naar het einde van de dertiger jaren. De situatie wordt harder en benauwder. Hitler krijgt steeds meer macht in Duitsland en aast op zijn buurlanden. Op 10 mei trekt hij Nederland binnen. Enkele dagen wordt het Duitse leger tegengehouden bij de Maasbruggen in Rotterdam. Maar dan is het is 14 mei, de verjaardag van Abraham Tuschinski. Die ochtend is hij in Amsterdam gegaan, om te werken, want Abraham neemt nooit vrij, ook niet op z’n verjaardag. Maar daar hoort hij van het bombardement op Rotterdam en met zijn particuliere chauffeur rijdt hij terug naar Rotterdam. Al van verre ziet hij de rookwolken boven de stad, donker tegen de blauwe lucht. En als hij de stad binnenrijdt ziet hij de puinhopen, de brand, de vluchtende mensen. Waar is Manja, waar is zijn familie? Hij weet het niet, maar hij weet wel dat er van zijn theaters niets meer over is. Thalia, Royaal, Scala, Olympia en Grand, allemaal verdwenen. Ook zijn woonhuis ligt in puin.

Wonder boven wonder overleeft zijn hele familie het bombardement.  Dit is het moment dat Abraham en Manja uit elkaar gaan. Abraham gaat bij Jet wonen in de Rochussenstraat en Manja gaat inwonen bij haar zus Chaia.

 (A) Alsof het nog niet genoeg is, wordt Tuschinksi eind mei 1940 in Amsterdam ontslagen. Hij moet zijn sleutels overdragen aan de bezetters en een contract tekenen waarin staat dat hij alles kwijt is. Korte tijd later hangt er bij de ingang van Tuschinski Amsterdam een bord JODEN VERBODEN.

 

Tuschinski zelf wordt begin september 1942 opgepakt door de Rotterdamse politie en weggevoerd naar Westerbork. Samen met Manja, in hetzelfde transport. Op 17 september 1942 worden ze vermoord in Auschwitz, een paar uur rijden van hun geboortedorp. Jet is al een week eerder vermoord en ook Chaia en de twee zwagers worden op transport gezet en vermoord.  

 

(Lied: De aarde van Polen)

 

 

Onder de aarde van Polen

Liggen verhalen verstopt

Doden getuigen in stilte

Van een afschuwelijk lot

 

Dolye mayn dolye,

Dolye, dolye mayne

 

 

Over de aarde van Polen

Raast nu een ijskoude wind

Er is een wet aangenomen

Waarin de leugen het wint

 

Verzwegen worden de doden

De misdaden tegen de mens

Maar de haat tegen joden 

Stopte niet bij de grens

 

Dolye....

 

 

Boven de aarde van Polen

Cirkelt hoog in de lucht

Een grote dreigende vogel

De waanzin van vroeger komt terug

 

Fel is de blik in zijn ogen

Zijn schaduw is donker en groot

Boven ons hoor je zijn vleugels

Ze zingen het lied van de dood

 

Dolye mayn dolye,

Dolye, dolye mayne

Dolye mayn dolye,

Dolye, dolye mayne