We presenteren het proces van bouw en verbouw van theaters als een variété-act. Er staat een groot bord met de kaart van Rotterdam waarop de ‘theaters’ geplakt kunnen worden met klittenband. Links op de kaart een kolom waarop de theaters geplakt worden met het jaartal erbij. Heen en weer rennend plakken we de theaters en steeds vertelt de ander een kleine anekdote. Op het scherm beelden van de theaters.
Daar gaat Abraham van start met zijn eerste theater. Het is 1911 en Abraham huurt een zeemanskerkje aan de Coolsingel. Het heet de Hoop en hij verbouwt het tot een prachtige bioscoop. Kosten 20.000 gulden, dat is met de koopkracht van nu ruim 200.000 euro. Hij noemt het Thalia, naar één van de negen Griekse muzen, de muze van de komedie.
Opplakken 1911 Thalia 1 op Coolsingel
Maar een jaar later moet de zaak al weer gesloten worden. Thalia is eigenlijk een soort Pop-up theater, een tijdelijke voorziening, want de gemeente gaat dat wijkje slopen.
Weghalen Thalia I
Dat wijkje is de Zandstraatbuurt, een poel van ellende, het uitgaansgebied van zeelui, pooiers en prostituees en kunstenaars. De schilder Kees van Dongen komt er en de zanger Koos Speenhof komt er.
Maar de gemeente wil de buurt slopen en op die plek het nieuwe stadhuis en het postkantoor bouwen.
Dus: deze eerste bioscoop van Tuschinski bevond zich precies op de plek van de kamer van de burgemeester in het Stadhuis.
Uitgaansleven en prostitutie verschuiven naar de Schiedamsedijk en later (na het bombardement) naar Katendrecht;
Aanwijzen Schiedamsewijk
Dus moet Tuschinski op zoek naar een nieuwe plek en die vindt hij aan de Hoogstraat. Hij huurt een gebouw en knapt het in een paar maanden tijd op voor ruim 3 ton, in euro’s van nu. Hij noemt het weer Thalia. Er is één minpunt: er staan twee pilaren in de zaal die het zicht belemmeren.
Thalia opplakken op de Hoogstraat
In de kolom 1912 Thalia II plakken
Wij noemen ‘m hier voor de duidelijkheid Thalia II
Misschien leuk te vermelden maar de achterdeur Thalia 2 dezelfde deur was als waardoor de kleine Erasmus zijn geboortehuis naar binnen kroop. Tuschinski wist dat ook en was er ook heel trots op.
Gedurende de verbouwing, huurt hij Pschorr aan het Hofplein en vertoont daar films. De film gaat altijd door!
Pschorr aanwijzen
Trouwens, de openingsfilm is De Doodendans met Asta Nielsen, we zagen net een kort stukje. Met dat leuke dansje!
Paar dansbewegingen
Maar in 1913 wil de grote concurrent Jean Desmet op de Coolsingel Cinema Royal openen, groter dan Thalia. En dat kan natuurlijk niet! Dus gaat Tuschinski zijn Thalia grondig verbouwen. Voor nog eens 500.000 euro: een half miljoen in prijzen van nu! Maar dan zijn er ook geen vervelende palen meer in de zaal.
In de kolom 1913 Thalia III
Een jaar later zet Tuschinski een nieuwe stap om zijn concurrent Jean Desmet te verslaan. Een stap die alleen een geslepen zakenman kan bedenken. Want hoe bestrijd je een concurrent het beste? Door hem op te kopen en te verbouwen in de Tuschinskistijl. Koopsom ruim drieënhalf miljoen euro’s in prijzen van nu.
En om alles goed in de gaten te houden gaat Tuschinski zelf ook boven dit theater wonen. Hoewel: hij was meestal weg, want hij werkte zeven dagen per week en 24 uur per dag!
Cinema Royal opplakken op de Coolsingel
In de kolom 1914 Cinema Royal
Het volgend jaar, in 1915, vindt weer een uitbreiding plaats. Nu neemt Tuschinski de bioscoop Scala over. Die bioscoop heeft een geweldige explicateur, die de films aan elkaar praat en ook de tussenteksten voorleest, doorspekt met deftige Franse woorden. Tuschinski verbouwt het in een paar maanden en neemt ook de explicateur over.
Opplakken Scala aan de Hoogstraat en in de kolom 1915 Scala
Een jaar later komt Tuschinski met zijn vierde bioscoop. Aan de Binnenweg staat Olympia, een oud theatertje. Tuschinski koopt het op, sloopt het en bouwt een nieuwe grote zaal, uiteraard zonder pilaren. Olympia was echt een bioscoop voor jonge kerels. Ze draaiden er altijd cowboy films en de mannen mochten zich gedragen als de mannen op het filmdoek. Inclusief vechtpartijen. Tuschinski weet wat zijn klanten willen!
Opplakken Olympia aan de Binnenweg
In de kolom 1916 Olympia
Dan maakt Tuschinski de stap naar Amsterdam, in 1917. Hij koopt een hele buurt op aan de Regulierbreestraat, de Duivelshoek, tussen Spui en Rembrandtsplein. Hij koopt panden aan, koopt de huurders uit, sloopt en maak bouwrijp. Voor er iets staat is hij al 700.000 gulden kwijt, dat is nu bijna 5 miljoen euro.
Kolom 1917 - 1919 Tuschinski Theater Amsterdam
In deze jaren valt het in Rotterdam niet stil, want de concurrenten liggen altijd op de loer. Tuschinski verbouwt Thalia voor de derde keer, nog weer mooier en groter
In de kolom 1919 Thalia IV
De bouw van Tuschinski Amsterdam kampt met tegenslagen. De heipalen moeten uit Noorwegen komen, maar we zitten nog in het staartje van de eerste Wereldoorlog. De bakstenen kunnen niet geleverd worden, want de Betuwe is ondergelopen. Maar Abraham gaat erop af, onderhandelt en lost het op. In vier jaar tijd bouwt hij een prachtig pand voor de totale som van 3 miljoen gulden, dat is nu bijna 17 miljoen euro. Maar dan staat er het mooiste rtheater, met op de eerste verdieping een cabaretclub voor de happy few: La Gaïté.
In de kolom 1920-1921 Tuschinski Theater Amsterdam
Maar Tuschinski is nog niet uitgebouwd in Amsterdam of zijn bouwwoede richt zich weer op Rotterdam. In 1923. verbouwt hij het Grand Theatre aan het Pompenburg. (Krant Theater, zoals Rotterdammers zeggen). Kosten verbouwing 500.000 gulden oftewel 3,6 miljoen euro’s van nu.
Plak Grand Theatre aan het Pompenburg en in de kolom 1923 Grand Theatre.
In navolging van Amsterdam komt er ook in Rotterdam op de eerste verdieping een cabaret, La Gaité. Het wordt in 1924 geopend.
In de kolom 1924 La Gaité
Maar weer gaat Tuschinski naar Amsterdam. Hij neemt de de Roxy-bioscoop aan de Kalverstraat over van Jean Desmet en verbouwt het tot een grote zaal. Het heeft nets te maken met de beroemde danceclub de Roxy. Het gebouw staat er nog wel, maar tegenwoordig is het een kledingwinkel.
In de kolom 1928 Roxy Amsterdam
Gaité blijkt in Rotterdam niet echt aan te slaan en dus gaat Tuschinski weer verbouwen. Er komt een filmzaal voor experimentele films: Studio’32, waar ook kunst wordt geëxposeerd van jonge kunstenaars.
In de kolom 1932 Studio ’32 in het Grand Theatre
En last but not least opent Tuschinski in 1933 nog het theater Passage in Schiedam.
In de kolom 1933 Passage Schiedam.

Maak jouw eigen website met JouwWeb