Speenhoff

(I) We zeiden het al eerder: Tuschinski gaf graag de vloer aan de bekende Rotterdamse liedjeszanger Koos Speenhoff. We zijn blij dat hij vanmiddag ook tijd heeft kunnen vrijmaken om in onze show op te treden. Met een van zijn grootste hits en met een speciaal voor deze gelegenheid geschreven Tuschinski-lied.

Graag u speciale aandacht voor…..

Koos Speenhoff.

 

 

Ode aan Tuschinski

 

‘t Is een prachtige traditie

Dat ik bij een opening

Van een bioscooptheater

Een paar leuke liedjes zing

Elke keer weer moet je dan 

Iets nieuws verzinnen, d’as niet mis

Maar wel fijn dat die Tuschinski

Telkens weer wat groter is.

 

Ja, die Abraham Tuschinski

Heeft gewerkt en getobd,

Heeft gepiekerd en gerekend,

Want hij is een knappe kop

En hij heeft er hele dagen

In zijn werkpak rondgesjouwd,

Het liefste had hij Thalia

In zijn eentje opgebouwd.

 

Bij ’t theater van Tuschinski

Zie je Jan en Alleman

Oud en jong kopen er kaartjes

Ieder die ’t betalen kan

Ook de burgemeester zie je

Bij Tuschinski binnengaan

Iedereen is even welkom

Timmerman of Zimmermann

 

Beursmeneren kopen kaartjes

Bij zo’n leuke blonde meid

Heren met een deftig baardje

Ieder zegt een geestigheid

Als dat meisje ging noteren

Al die moppen groot en klein

Zou men zien dat die meneren

Lang niet allen heren zijn

 

Maar  je ziet ook nette mensen

Met een scheiding in hun haar

Die ooit netjes zijn bezorgd

Door een nette ooievaar

Net op tijd zijn ze geboren

Niet te vroeg en niet te laat

Net precies op hun verjaardag

Anders spreekt de wereld kwaad

 

En er komen vrije vrouwen

Waar een man geen steek aan vindt

Kijk ze met hun boeken sjouwen

Liever dan een lekker kind

’t Zijn geen mannen, ’t zijn geen vrouwen,

’t Is geen vlees en ’t is geen vis

Wie met zo’n model gaat trouwen

Trouwt met zijn begrafenis

 

En de vegetariers die gaan ook

naar Tuschinski toe

Kijken ze naar cowboy films

Maar dan altijd zonder koe

En ze eten daaglijks bonen

maandag, dinsdag, o wat fijn

Elke dag een portie bonen

tot ze zelluf bonen zijn

 

En je ziet er ook Tuschinski

Lachend lopen door de zaal

Van een arrem bioscoopje

Maakt hij toch nog een Royaal

Tuschinski heeft geen centen

Hij heeft maling aan zijn schoenen

Soms vergeet hij zijn portemonnee

Maar in zijn hoofd heeft hij miljoenen

Tuschinski heeft inmiddels vier theaters in Rotterdam: Thalia, Cinema Royal, Scala en Olympia. En dan is het 1917, Abraham is dan pas dertien jaar in Nederland en opgeklommen tot de Rotterdamse bioscoopkoning. En dan komt zijn nieuwe grote droom: een eigen theater in Amsterdam, de hoofdstad van het land, de stad met het meest verwende theaterpubliek, toen al!

Abraham Tuschinski wil daar zijn grootste theater bouwen. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb